Boerderij_1, (Tiel, 1942), olieverf, 49x64 cm
Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog woont Julie bij familie in Tiel. Daar verandert haar stijl en kleurgebruik. Haar tekeningen en schilderijen worden grauw, haar kubistische schildertrant verdwijnt en haar onderwerpkeuze zoekt ze dichter bij huis: De Nederlandse natuur. Ze gaat het platteland op om daar paarden en koeien vast te leggen, bezoekt de Betuwe en de heide om de natuur vast te leggen en schildert boerderijen. Om schildersbenodigdheden aan te kunnen schaffen meldde zij zich aan bij de Kultuurkamer. In Den Haag heeft ze in de periode 1940-1945 aan twee tentoonstellingen deelgenomen waar zij veelal Parijse werken uit de jaren 30 toonde. Haar stijl werd verguisd en behoorde in de ogen van de bezetter tot de ‘entartete’ (gedegenereerde) kunst. Ook haar Franse betrekkingen waren voor hen verdacht en ongewenst. Julie werd als een onbekende behandeld en was gefrustreerd niet te kunnen reizen. Het is dan ook niet vreemd dat in tegenstelling tot haar voor- en naoorlogse werken deze tekeningen en schilderijen vrij somber zijn.